TY - JOUR
T1 - Aantasting in persoon: Diefstal met bedreiging met vuurwapen
AU - Lindenbergh, Siewert
PY - 2021
Y1 - 2021
N2 - Diefstal met geweld van geld uit kassalade supermarkt, art. 312.1 Sr. Vordering benadeelde partij (winkelmedewerker) tot vergoeding van immateriële schade, geestelijk letsel. Is sprake van aantasting in persoon op andere wijze a.b.i. art. 6:106.b BW a.g.v. bewezenverklaard feit? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2019:793 en HR:2019:376 m.b.t. gevallen waarin sprake kan zijn van aantasting in persoon op andere wijze a.b.i. art. 6:106.b BW. De eis dat het bestaan van geestelijk letsel naar objectieve maatstaven moet zijn vastgesteld, houdt niet in dat daarvan slechts sprake is indien het een in de psychiatrie erkend ziektebeeld betreft, en evenmin dat dit geestelijk letsel slechts door een psychiater of psycholoog kan worden vastgesteld. Ook als geestelijk letsel niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor b.p., meebrengen dat van aantasting in zijn persoon op andere wijze sprake is. In zon geval moet degene die zich hierop beroept deze aantasting met concrete gegevens onderbouwen, tenzij de aard en ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor b.p. zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon z.m. kan worden aangenomen. Hof heeft bewezenverklaard dat verdachte een supermarkt heeft overvallen, waarbij hij meerdere medewerkers, onder wie de b.p., met een vuurwapen heeft bedreigd, en waarbij hij de b.p. ook woordelijk heeft bedreigd hem neer te schieten. Gelet hierop en op hiervoor is vooropgesteld is s hofs oordeel (mede in aanmerking genomen de aard en de ernst van de normschending en van de nadelige gevolgen daarvan voor b.p) sprake is van een aantasting in persoon op andere wijze a.b.i. artikel 6:106.b BW, niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping.
AB - Diefstal met geweld van geld uit kassalade supermarkt, art. 312.1 Sr. Vordering benadeelde partij (winkelmedewerker) tot vergoeding van immateriële schade, geestelijk letsel. Is sprake van aantasting in persoon op andere wijze a.b.i. art. 6:106.b BW a.g.v. bewezenverklaard feit? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2019:793 en HR:2019:376 m.b.t. gevallen waarin sprake kan zijn van aantasting in persoon op andere wijze a.b.i. art. 6:106.b BW. De eis dat het bestaan van geestelijk letsel naar objectieve maatstaven moet zijn vastgesteld, houdt niet in dat daarvan slechts sprake is indien het een in de psychiatrie erkend ziektebeeld betreft, en evenmin dat dit geestelijk letsel slechts door een psychiater of psycholoog kan worden vastgesteld. Ook als geestelijk letsel niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor b.p., meebrengen dat van aantasting in zijn persoon op andere wijze sprake is. In zon geval moet degene die zich hierop beroept deze aantasting met concrete gegevens onderbouwen, tenzij de aard en ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor b.p. zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon z.m. kan worden aangenomen. Hof heeft bewezenverklaard dat verdachte een supermarkt heeft overvallen, waarbij hij meerdere medewerkers, onder wie de b.p., met een vuurwapen heeft bedreigd, en waarbij hij de b.p. ook woordelijk heeft bedreigd hem neer te schieten. Gelet hierop en op hiervoor is vooropgesteld is s hofs oordeel (mede in aanmerking genomen de aard en de ernst van de normschending en van de nadelige gevolgen daarvan voor b.p) sprake is van een aantasting in persoon op andere wijze a.b.i. artikel 6:106.b BW, niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping.
M3 - Case note
SN - 0923-0351
VL - 2021
SP - 4882
EP - 4885
JO - Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen
JF - Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen
IS - 284
M1 - 284
ER -