De voorschriften van art. 414, eerste en tweede lid, Sv met betrekking tot het opgeven van getuigen en deskundigen door de verdediging in het geval dat het hoger beroep is ingesteld door het OM, zijn niet aangepast aan het voortbouwend appel. Zo een verzoek moet nog altijd worden beoordeeld aan de hand van de maatstaf van het 'verdedigingsbelang' en niet het noodzaakcriterium. Niettemin moet worden aangenomen dat het de wetgever voor ogen heeft gestaan dat ook in zo een geval de toepassing van art. 414 Sv dient te stroken met doel en strekking van het voortbouwend appel. Dat brengt mee dat, hoewel de maatstaf ('verdedigingsbelang') bij de beoordeling van dergelijke verzoeken onveranderd is gebleven, bij de motivering van de beslissingen ter zake het karakter van het voortbouwend appel kan worden betrokken.
Original language | Dutch |
---|
Journal | Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken |
---|
Volume | 2011 |
---|
Issue number | 496 |
---|
Publication status | Published - 2011 |
---|
Title | Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2011/496 |
---|
Court | Hoge Raad der Nederlanden |
---|
Date of judgement | 6/09/11 |
---|