Abstract
Belanghebbende en haar aandeelhouder geven € 420 miljoen aan obligaties uit in verband met de herfinanciering van de activiteiten van het Spaanse A SA. Adviseurs die betrokken waren bij het opzetten van de structuur, hebben facturen op naam van belanghebbende uitgereikt aan belanghebbende. In geschil is of belanghebbende afnemer is van de diensten van de adviseurs. Het hof is van oordeel dat belanghebbende de diensten niet direct van de dienstverleners heeft afgenomen. Zij zijn namelijk met hun werkzaamheden gestart toen belanghebbende nog niet was opgericht. De overeenkomsten zijn destijds met A SA gesloten. Dat betekent volgens het hof dat belanghebbende de btw niet verschuldigd kan zijn voor die diensten. Omdat belanghebbende wel voordeel heeft genoten van die diensten, stelt het hof vast dat belanghebbende voor 75% betalingen aan bepaalde dienstverleners op zich heeft genomen als tegenprestatie voor de verrichte diensten. De naheffingsaanslag moet daarom worden verminderd. Het recht op aftrek is terecht niet verleend, aangezien het gaat om een vrijgestelde verstrekking van een geldlening.
(Hoger beroep gegrond.)
(Hoger beroep gegrond.)
| Original language | Dutch |
|---|---|
| Article number | 3776 |
| Journal | Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht |
| Volume | 2021 |
| Issue number | 45 |
| Publication status | Published - 11 Nov 2021 |
Court cases
| Court | Gerechtshof Amsterdam |
|---|---|
| Date of judgement | 14/09/21 |
| ECLI ID | ECLI:NL:GHAMS:2021:2744 |
Research programs
- SAI 2007-05 FA