C.A. Bol & prof. mr. J.C.J. Dute, ‘De rol van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in het tuchtrecht’

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: de Inspectie) is belast met het toezicht op de naleving van de wetgeving op het gebied van de gezondheidszorg en de opsporing van overtredingen daarvan.2 Zij beschikt daartoe over verschillende instrumenten; één daarvan betreft het wettelijke tuchtrecht voor de gezondheidszorg. De wijze waarop de Inspectie omgaat met haar tuchtrechtelijke bevoegdheden is al geruime tijd onderwerp van discussie.3 Zo is er veel kritiek op het relatief lage aantal klachten dat zij indient. Frequent is dan ook gepleit voor een grotere, en meer tot activiteit verplichtende, rol voor de Inspectie in het tuchtrecht.4

In deze bijdrage wordt nagegaan wat de taak en de bevoegdheden van de Inspectie in het tuchtrecht zijn, hoe hieraan in de praktijk invulling wordt gegeven, hoe een en ander moet worden beoordeeld en welke aanbevelingen ter zake kunnen worden gedaan. Daartoe wordt eerst kort stilgestaan bij het tuchtrecht en de taken en bevoegdheden van de Inspectie daarin (par. 2). Daarna wordt de handhavingsvisie van de Inspectie in het kader van het tuchtrecht besproken (par. 3). Vervolgens vindt een analyse plaats van de tuchtrechtelijke uitspraken waarbij de Inspectie als procespartij betrokken is geweest. Eerder verricht onderzoek op dat gebied wordt hierbij betrokken (par. 4). Mede aan de hand daarvan wordt de rol van de Inspectie binnen het wettelijke tuchtrecht geanalyseerd (par. 5). Dit alles leidt tot enkele beschouwingen over de invulling van de rol van de Inspectie in het tuchtrecht (par. 6), waarna wordt afgesloten met een conclusie (par. 7).