Abstract
Doel:
Onderzoek naar de mate van centralisatie in de uitvoering van de pancreaticoduodenec tomie (whipple-procedure) in
Nederland en naar verandering van postoperatieve sterfte.
Opzet:
Retrospectieve analyse.
Methoden Informatie over patiënten die pancreaticoduodenec tomie hadden ondergaan in de periode 2004-2009 werd opgevraagd
bij Kiwa Prismant. Gebaseerd op het jaarlijks aantal verrichte procedures werden ziekenhuizen ingedeeld in 4 volumecategorieën: zeer-laag (< 5), laag (5-10), gemiddeld (11-19) en hoog (≥ 20). Veranderingen in volumina en postoperatieve ster f te werden geanalyseerd per volumecategorie. Een subgroepanalyse werd verricht voor leef tijd.
Resultaten:
Er waren 2155 patiënten met een pancreaticoduodenectomie geregistreerd. Het aantal ziekenhuizen waar pancreaticoduodenec tomieën verricht werd, daalde van 48 in 2004 naar 30 in 2009 (p = 0,01). Het percentage patiënten dat
een pancreaticoduodenec tomie onderging in een gemiddeld- of hoog-volumeziekenhuis steeg van 52,9 naar 91,2%
(p < 0,001). De postoperatieve ster f te daalde van 9,8 naar 5,1% (p = 0,04). De gemiddelde mor taliteit in zeerlaag-, laag-, gemiddeld-, en hoog-volumeziekenhuizen bedroeg respec tievelijk 14,7%, 9,8%, 6,3%, en 3,3%
(p < 0,001). Het verschil in mor taliteit tussen gemiddeld- en hoog-volumeziekenhuizen was signif icant (p = 0,004).
De mortaliteit onder patiënten ≥ 70 jaar was 10,4% vergeleken met 4,4% onder jongere patiënten (p < 0,001).
Conclusie:
Er is sprake van een landelijke centralisatie van de uitvoering van pancreaticoduodenec tomieën in Nederland en dit
gaat gepaard met een daling van de postoperatieve ster f te. Verdere centralisatie zal waarschijnlijk tot verdere
daling van postoperatieve sterfte leiden, vooral bij de oudere patiënt.
Onderzoek naar de mate van centralisatie in de uitvoering van de pancreaticoduodenec tomie (whipple-procedure) in
Nederland en naar verandering van postoperatieve sterfte.
Opzet:
Retrospectieve analyse.
Methoden Informatie over patiënten die pancreaticoduodenec tomie hadden ondergaan in de periode 2004-2009 werd opgevraagd
bij Kiwa Prismant. Gebaseerd op het jaarlijks aantal verrichte procedures werden ziekenhuizen ingedeeld in 4 volumecategorieën: zeer-laag (< 5), laag (5-10), gemiddeld (11-19) en hoog (≥ 20). Veranderingen in volumina en postoperatieve ster f te werden geanalyseerd per volumecategorie. Een subgroepanalyse werd verricht voor leef tijd.
Resultaten:
Er waren 2155 patiënten met een pancreaticoduodenectomie geregistreerd. Het aantal ziekenhuizen waar pancreaticoduodenec tomieën verricht werd, daalde van 48 in 2004 naar 30 in 2009 (p = 0,01). Het percentage patiënten dat
een pancreaticoduodenec tomie onderging in een gemiddeld- of hoog-volumeziekenhuis steeg van 52,9 naar 91,2%
(p < 0,001). De postoperatieve ster f te daalde van 9,8 naar 5,1% (p = 0,04). De gemiddelde mor taliteit in zeerlaag-, laag-, gemiddeld-, en hoog-volumeziekenhuizen bedroeg respec tievelijk 14,7%, 9,8%, 6,3%, en 3,3%
(p < 0,001). Het verschil in mor taliteit tussen gemiddeld- en hoog-volumeziekenhuizen was signif icant (p = 0,004).
De mortaliteit onder patiënten ≥ 70 jaar was 10,4% vergeleken met 4,4% onder jongere patiënten (p < 0,001).
Conclusie:
Er is sprake van een landelijke centralisatie van de uitvoering van pancreaticoduodenec tomieën in Nederland en dit
gaat gepaard met een daling van de postoperatieve ster f te. Verdere centralisatie zal waarschijnlijk tot verdere
daling van postoperatieve sterfte leiden, vooral bij de oudere patiënt.
Translated title of the contribution | Centralization of pancreas surgery reduces postoperative mortality in the Netherlands |
---|---|
Original language | Dutch |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde |
Volume | 156 |
Issue number | 32 |
Publication status | Published - Aug 2012 |