Abstract
De cao neemt een speciale rol in bij overgang van een onderneming. Hetzelfde geldt voor het incorporatiebeding. Hierover is al veel bekend, vooral door de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (‘HvJ’), maar niet alles. Er zijn vragen over de onderlinge verhouding tussen de uitspraken
van het HvJ en over de uitwerking van deze EU-jurisprudentie op nationaal niveau. Hieronder volgt een stand van zaken, waarbij in onderdelen 1 en 2 deze materie eerst vanuit EU-perspectief wordt besproken en daarna in onderdelen 3 en 4 vanuit nationaal perspectief, waarbij alleen de jurisprudentie wordt besproken die is verschenen na de meest recente uitspraak van het HvJ over dit thema, Asklepios. In onderdeel 5 wordt die nationale jurisprudentie getoetst aan de EU-jurisprudentie en verder geanalyseerd. Tot slot worden in onderdeel 6 enkele gezichtspunten gegeven voor de beoordeling of een incorporatiebeding na overgang van onderneming dynamisch overgaat en wat de ruimte is voor wijziging van (de arbeidsvoorwaarden die voortvloeien uit) dat dynamische incorporatiebeding.
van het HvJ en over de uitwerking van deze EU-jurisprudentie op nationaal niveau. Hieronder volgt een stand van zaken, waarbij in onderdelen 1 en 2 deze materie eerst vanuit EU-perspectief wordt besproken en daarna in onderdelen 3 en 4 vanuit nationaal perspectief, waarbij alleen de jurisprudentie wordt besproken die is verschenen na de meest recente uitspraak van het HvJ over dit thema, Asklepios. In onderdeel 5 wordt die nationale jurisprudentie getoetst aan de EU-jurisprudentie en verder geanalyseerd. Tot slot worden in onderdeel 6 enkele gezichtspunten gegeven voor de beoordeling of een incorporatiebeding na overgang van onderneming dynamisch overgaat en wat de ruimte is voor wijziging van (de arbeidsvoorwaarden die voortvloeien uit) dat dynamische incorporatiebeding.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 25 |
Journal | ArbeidsRecht |
Volume | 2022 |
Issue number | 5 |
Publication status | Published - 2022 |