Abstract
Een groot deel van de civiele vonnissen eindigt in een verstekvonnis. Het fungeren van de verstekprocedure als algemene incassoprocedure is bekritiseerd. Zo heeft de commissie Asser-Groen-Vranken voor de invoering van een nationale betalingsbevelprocedure gepleit. In het programma Kwaliteit en Innovatie van de rechtspraak (KEI) wordt ervoor gekozen geen betalingsbevelprocedure in te voeren. De vraag is of het KEI-programma op dit punt de juiste keuzes maakt en wat mogelijke implicaties hiervan zijn. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen van uitgevoerd empirisch onderzoek naar de verstekprocedure gepresenteerd en in het licht hiervan de in het concept wetsvoorstel gemaakte keuzes becommentarieerd.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 1-11 |
Number of pages | 11 |
Journal | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging |
Volume | 22 |
Issue number | 1 |
Publication status | Published - 2014 |
Research programs
- SAI 2008-06 BACT