Abstract
Een fundamenteel juridisch vraagstuk in het informatietijdperk is dat van de juridische kwalificatie van elektronische databestanden. Een goederenrechtelijke kwalificatie van data als 'zaken' maakt effectieve juridische bescherming van data mogelijk op grond van eigendom. Data zijn dan - net zo als andere zaken - vatbaar voor revindicatie. In dit artikel wordt betoogd dat de uitspraak van Hof Arnhem, waarin de geëiste revindicatie van een e-mailbestand niet wordt toegewezen omdat een e-mailbestand naar de opvatting van Hof Arnhem geen zaak zou zijn, in tegenstrijd is met de concrete en praktische mogelijkheid tot revindicatie, zomede met bepaalde wetsartikelen die bij voorbeeld 'beschadiging' van gegevens strafbaar stellen, of de mogelijkheid creëren gegevens in beslag te nemen of te bewaren. De - naar de opvatting van de schrijver onvermijdelijke - conclusie is, dat data probleemloos beantwoorden aan alle criteria voor een goederenrechtelijke kwalificatie als 'zaken', en daarin ook niet verschillen van andere 'voor menselijke beheersing vatbare, stoffelijke objecten'.
| Original language | Dutch |
|---|---|
| Pages (from-to) | 135-139 |
| Number of pages | 4 |
| Journal | Computerrecht. Tijdschrift voor Informatica en Recht |
| Issue number | 43 |
| Publication status | Published - 3 May 2011 |
Research programs
- SAI 2005-04 MSS