Een exploitant van een sportschool moet onroerendezaakbelasting (OZB) betalen vanwege het gebruik van de sportschool, ondanks het feit dat deze tijdelijk gesloten was in verband met coronamaatregelen. De Hoge Raad oordeelt dat zo’n tijdelijke sluiting niet het ‘gebruik’ in de weg hoeft te staan, ook al kan de onroerende zaak op dat moment niet voor oorspronkelijke doeleinden worden gebruikt. Doorslaggevend is of aan het begin van het kalenderjaar (de peildatum) duurzaam gebruik van de onroerende zaak redelijkerwijs valt te verwachten. Dit brengt met zich mee dat nog steeds sprake kan zijn van ‘gebruik’ voor de OZB, ook al is dit gebruik op de peildatum tijdelijk onderbroken.
Original language | Dutch |
---|
Article number | 126 |
---|
Number of pages | 6 |
---|
Journal | Fiscaal Weekblad FED |
---|
Volume | 2024 |
---|
Issue number | 24 |
---|
Publication status | Published - Dec 2024 |
---|
Title | ECLI:NL:HR:2024:1354 |
---|
Court | Hoge Raad der Nederlanden |
---|
Date of judgement | 18/10/24 |
---|
ECLI ID | ECLI:NL:HR:2024:1354 |
---|