Abstract
De dga van bv X (een muziekproducer; belanghebbende) heeft, mede via X, samengewerkt met diverse bedrijven in het kader van een dj-act (de groep). Z was het gezicht van de groep en verzorgde de optredens. Z trad onder de naam van de groep regelmatig op in het buitenland, onder andere in de VS.
Bij het bepalen van de vergoeding van de leden van de groep is de in het buitenland ingehouden bronbelasting in mindering gebracht op het te verdelen bedrag, waarna de gage is verdeeld onder de leden. De ingehouden bronbelasting heeft X naar rato van haar aandeel in haar aangiften vpb vermeld als te verrekenen bronbelasting.
De Inspecteur heeft de verrekende bronbelasting met navorderingsaanslagen vpb gecorrigeerd.
X heeft beroep ingesteld, maar Rechtbank Den Haag verklaart dat ongegrond. De Inspecteur beschikt over een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.
De Rechtbank verwerpt het standpunt van X dat zij kwalificeert als artiest in de zin van artikel 17, lid 1, OESO-Modelverdrag. Om te worden aangemerkt als artiest moet worden opgetreden voor een publiek. X produceert de door de Z gedraaide muziek, maar treedt niet zelf op. Artikel 17, lid 2, OESO-Modelverdrag is voorts niet van toepassing omdat Z niet in de winst van X deelt.
De bronbelasting is ingehouden ten name van Z en niet ten laste van X, oordeelt de Rechtbank. De Inspecteur heeft terecht de door X toegepaste verrekening van bronheffing gecorrigeerd.
Bij het bepalen van de vergoeding van de leden van de groep is de in het buitenland ingehouden bronbelasting in mindering gebracht op het te verdelen bedrag, waarna de gage is verdeeld onder de leden. De ingehouden bronbelasting heeft X naar rato van haar aandeel in haar aangiften vpb vermeld als te verrekenen bronbelasting.
De Inspecteur heeft de verrekende bronbelasting met navorderingsaanslagen vpb gecorrigeerd.
X heeft beroep ingesteld, maar Rechtbank Den Haag verklaart dat ongegrond. De Inspecteur beschikt over een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.
De Rechtbank verwerpt het standpunt van X dat zij kwalificeert als artiest in de zin van artikel 17, lid 1, OESO-Modelverdrag. Om te worden aangemerkt als artiest moet worden opgetreden voor een publiek. X produceert de door de Z gedraaide muziek, maar treedt niet zelf op. Artikel 17, lid 2, OESO-Modelverdrag is voorts niet van toepassing omdat Z niet in de winst van X deelt.
De bronbelasting is ingehouden ten name van Z en niet ten laste van X, oordeelt de Rechtbank. De Inspecteur heeft terecht de door X toegepaste verrekening van bronheffing gecorrigeerd.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | NLF 2023/1727 |
Pages (from-to) | 27-28 |
Number of pages | 2 |
Journal | NLFiscaal |
Volume | 2023 |
Issue number | 31 |
Publication status | Published - 3 Aug 2023 |
Court cases
Court | Rechtbank Den Haag |
---|---|
Date of judgement | 22/06/23 |
Case number | 22/3359; 22/3360; 22/3361; 22/3362; 22/3363 |
ECLI ID | ECLI:NL:RBDHA:2023:9564 |
Research programs
- SAI 2007-05 FA