Abstract
Betoogd wordt dat door een na-endossement aan een wissel niet het karakter van een orderpapier behoort te ontvallen, zoals algemeen in de literatuur verdedigd wordt en door de Hoge Raad wordt aangenomen in het arrest Wolfheesch/Gestal. Zowel argumenten uit Engelse, Duitse, Franse en Belgische literatuur spreken voor het handhaven van het karakter van ordepapier als rechtssystematische argementen uit het waardepapierenrecht. Slechts dient bij een na-endossement geen vertrouwensbescherming te worden verleend, omdat de ontvanger weet dat er iets met de wissel niet in orde is. Wanneer deze ontvanger een zustervennootschap is vand e trekker, behoort via het leerstuk vereenzelviging ook bedrog gepleegd door de trekker toegerekend te worden aan de ontvanger.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 97-101 |
Number of pages | 5 |
Journal | Bedrijfsjuridische Berichten |
Volume | 2011 |
Issue number | 2 |
Publication status | Published - 2011 |
Research programs
- SAI 2005-01 LM