Een interessante zaak, niet alleen voor de btw. Het gaat hier om de algemene vraag naar de bevoegdheid van het HvJ om zich inhoudelijk te buigen over de uitlegging van nationale wet-/regelgeving in een feitenstel dat buiten de geografische reikwijdte van het Unierecht valt. Dit, in de situatie waar de betreffende EU-lidstaat ervoor gekozen heeft deze wet-/regelgeving ook buiten de werkingssfeer van het Unierecht toepassing te laten vinden. Kort gezegd acht het HvJ zich in zulke gevallen bevoegd vanwege het belang van eenvormige interpretatie, mits de nationale wet-/regelgeving zich daar min of meer onverkort aan het Unierecht conformeert. In de onderhavige zaak was dit volgens het HvJ niet het geval en achtte het zich daarom onbevoegd inhoudelijk op de kwestie in te gaan.
Original language | Dutch |
---|
Pages (from-to) | 1-8 |
---|
Number of pages | 8 |
---|
Journal | NLFiscaal |
---|
Volume | 2017 |
---|
Issue number | 2674 |
---|
Publication status | Published - 2017 |
---|
Title | NLFiscaal 2017/2674 |
---|
Court | Het Hof van Justitie van de Europese Unie |
---|
Date of judgement | 19/10/17 |
---|
ECLI ID | ECLI:EU:C:2017:773 |
---|