Kerkenvrijstelling in verordening rioolheffing is niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel

Research output: Contribution to journalCase noteProfessional

5 Downloads (Pure)

Abstract

In tegenstelling tot A-G IJzerman in zijn conclusie bij dit arrest oordeelt de Hoge Raad dat het vrijstellen van kerken van de heffing van rioolheffing niet strijdig is met het gelijkheidsbeginsel als beginsel van behoorlijke (lagere) wetgeving. De procedure is aangespannen door een woningcorporatie in de gemeente Loppersum aan wie een aanslag rioolheffing is opgelegd van in totaal € 208.386. De bestreden aanslag is gebaseerd op een verordening rioolheffing waarin is opgenomen een vrijstelling van rioolheffing voor eigendommen die uitsluitend dienen tot openbare eredienst of voor bijeenkomsten van genootschappen op geestelijke grondslag, andere dan kerkgenootschappen (hierna: kerkenvrijstelling). De Hoge Raad oordeelt dat het feit dat de rioolheffing een bestemmingsbelasting is geen beperking betekent van de grote vrijheid die gemeenten blijkens de wetsgeschiedenis is gelaten bij de vormgeving van de rioolheffing. Deze vrijheid omvat ook het opnemen van een objectvrijstelling zoals hier in geschil. Voor de kerkenvrijstelling is bovendien een objectieve en redelijke rechtvaardiging, zo heeft het hof vastgesteld en begrijpelijk en toereikend gemotiveerd.
Original languageDutch
Article number131
JournalFiscaal Weekblad FED
Volume21
Issue number131
Publication statusPublished - Nov 2021

Court cases

CourtHoge Raad der Nederlanden
Date of judgement6/08/21
ECLI IDECLI:NL:HR:2021:1188

Bibliographical note

JCDI:ADS294022:1

Cite this