In tegenstelling tot A-G IJzerman in zijn conclusie bij dit arrest oordeelt de Hoge Raad dat het vrijstellen van kerken van de heffing van rioolheffing niet strijdig is met het gelijkheidsbeginsel als beginsel van behoorlijke (lagere) wetgeving. De procedure is aangespannen door een woningcorporatie in de gemeente Loppersum aan wie een aanslag rioolheffing is opgelegd van in totaal € 208.386. De bestreden aanslag is gebaseerd op een verordening rioolheffing waarin is opgenomen een vrijstelling van rioolheffing voor eigendommen die uitsluitend dienen tot openbare eredienst of voor bijeenkomsten van genootschappen op geestelijke grondslag, andere dan kerkgenootschappen (hierna: kerkenvrijstelling). De Hoge Raad oordeelt dat het feit dat de rioolheffing een bestemmingsbelasting is geen beperking betekent van de grote vrijheid die gemeenten blijkens de wetsgeschiedenis is gelaten bij de vormgeving van de rioolheffing. Deze vrijheid omvat ook het opnemen van een objectvrijstelling zoals hier in geschil. Voor de kerkenvrijstelling is bovendien een objectieve en redelijke rechtvaardiging, zo heeft het hof vastgesteld en begrijpelijk en toereikend gemotiveerd.
Original language | Dutch |
---|
Article number | 131 |
---|
Journal | Fiscaal Weekblad FED |
---|
Volume | 21 |
---|
Issue number | 131 |
---|
Publication status | Published - Nov 2021 |
---|
Court | Hoge Raad der Nederlanden |
---|
Date of judgement | 6/08/21 |
---|
ECLI ID | ECLI:NL:HR:2021:1188 |
---|
JCDI:ADS294022:1