Abstract
In het conceptwetsvoorstel 'Integratiewet AWGB' worden vier bestaande gelijke behandelingswetten in elkaar geschoven. Een 'inhoudelijke stroomlijning' van deze wetgeving wordt daarmee niet beoogd. Daarop is van verschillende kanten wel sterk op aangedrongen. De regering suggereert dat dit in de toekomst inderdaad zal (moeten) gebeuren. Men spreekt dan van het 'realiseren van een uniform niveau van rechtsbescherming tegen discriminatie'. Om dat doel te bereiken zou er voor alle gronden één uniforme regeling moeten komen. De veronderstelling is dat een uniforme regeling vanzelf ook een gelijk (materieel) niveau van rechtsbescherming zal garanderen. Is dat echter wel zo? Discriminatie, zo luidt onze conclusie, is een gelaagd en veelvormig verschijnsel dat niet met één uniforme regeling tegemoet getreden kan (en moet) worden. Relevante verschillen vragen om een gedifferentieerde aanpak.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 159-173 |
Number of pages | 15 |
Journal | NJCM Bulletin. Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten |
Volume | 36 |
Issue number | 2 |
Publication status | Published - 2011 |
Research programs
- SAI 2010-01 RRL
- SAI 2010-01-II RRL sub 2