Abstract
De vraag is aan de orde of de in art. 577c Sv voorziene lijfsdwang moet worden aangemerkt als een 'penalty' in de zin van art. 7, eerste lid, EVRM. De tweede klacht van het middel keert zich tegen het oofdeel van het Hof dat, gelet op art. 1, tweede lid, Sr de duur van de vrijheidsbeneming van de lijfsdwang in deze zaak niet langer kan zijn dan zes maanden. De omstandigheid dat de lijfsdwang heeft te gelden als een 'penalty' gevoegd bij hetgeen de HR heeft overwogen in LJN BP6878, brengt voor het onderhavige geval mee dat het toepasselijke overgangsrecht in die zin moet worden uitgelegd dat de duur van de lijfsdwang waarvoor verlof wordt verleendt niet meer dan zes maanden kon bedragen.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 237 |
Pages (from-to) | 2652-2671 |
Number of pages | 20 |
Journal | Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken |
Volume | 2012 |
Issue number | 17 |
Publication status | Published - 2012 |
Research programs
- SAI 2005-04 MSS