Abstract
Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De activiteiten van belanghebbende bestaan uit de exploitatie van bunkerschepen voor de binnenvaart. In 2013 heeft belanghebbende een motorjacht gekocht voor € 165.000. Het jacht is geleverd met toepassing van de margeregeling. Het jacht is op de balans als voorraad opgenomen. Belanghebbende heeft € 8.140 aan kosten gemaakt voor het jacht, waarvan de voorbelasting in aftrek is gebracht. Belanghebbende had de intentie om het jacht met winst door te verkopen. Door verborgen gebreken aan het jacht is hiervan afgezien. In 2014 heeft belanghebbende het jacht geleverd aan een van haar dga’s voor € 72.500. Hierop is de margeregeling toegepast. De inspecteur heeft een naheffingsaanslag opgelegd die ziet op de levering aan de dga. Het bedrag is € 12.582, zijnde 21/121 van de verkoopprijs van € 72.500. In geschil is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
De rechtbank oordeelt ten eerste dat sprake is van een economische activiteit. Het jacht is gekocht met het oog op het behalen van winst, het jacht is als voorraad op de balans opgenomen en de voorbelasting op de reparatiekosten is in aftrek gebracht. Daarnaast is op de verkoopfactuur vermeld dat de margeregeling is toegepast.
Vervolgens is de vraag of de margeregeling kon worden toegepast. De inspecteur vindt van niet, omdat belanghebbende geen wederverkoper is. Zij heeft slechts eenmaal een gebruikt goed verkocht. De rechtbank oordeelt dat de term ‘wederverkoper’ niet uitsluitend ziet op de ondernemer wiens activiteiten geheel of ten dele bestaan uit de wederverkoop van gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten. Het kan ook een ondernemer zijn waarvan de wederverkoop secundair is aan zijn overige bedrijfsactiviteiten. De wederverkoop moet naar het oordeel van de rechtbank dan deel uitmaken van de normale bedrijfsactiviteit. Dat is hier het geval, omdat het doel tot wederverkoop reeds bestond bij de aankoop van het jacht. Dat de wederverkoop slechts eenmalig was, maakt daarbij niet uit. Uit de wet en de Btw-richtlijn kan niet worden afgeleid dat slechts sprake is van een wederverkoper in de zin van de margeregeling indien de ondernemer meer dan incidenteel een gebruikt goed verkoopt. De stelling van de inspecteur komt niet overeen met doel en strekking van de margeregeling, namelijk het voorkomen van belastingcumulatie en de met die cumulatie gepaard gaande uitschakeling van de normale handelskanalen. Belanghebbende mocht de margeregeling toepassen. De naheffingsaanslag dient te worden vernietigd omdat het jacht met verlies is verkocht, de winstmarge derhalve nul is en daarom geen omzetbelasting verschuldigd is.
(Beroep gegrond.)
De rechtbank oordeelt ten eerste dat sprake is van een economische activiteit. Het jacht is gekocht met het oog op het behalen van winst, het jacht is als voorraad op de balans opgenomen en de voorbelasting op de reparatiekosten is in aftrek gebracht. Daarnaast is op de verkoopfactuur vermeld dat de margeregeling is toegepast.
Vervolgens is de vraag of de margeregeling kon worden toegepast. De inspecteur vindt van niet, omdat belanghebbende geen wederverkoper is. Zij heeft slechts eenmaal een gebruikt goed verkocht. De rechtbank oordeelt dat de term ‘wederverkoper’ niet uitsluitend ziet op de ondernemer wiens activiteiten geheel of ten dele bestaan uit de wederverkoop van gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten. Het kan ook een ondernemer zijn waarvan de wederverkoop secundair is aan zijn overige bedrijfsactiviteiten. De wederverkoop moet naar het oordeel van de rechtbank dan deel uitmaken van de normale bedrijfsactiviteit. Dat is hier het geval, omdat het doel tot wederverkoop reeds bestond bij de aankoop van het jacht. Dat de wederverkoop slechts eenmalig was, maakt daarbij niet uit. Uit de wet en de Btw-richtlijn kan niet worden afgeleid dat slechts sprake is van een wederverkoper in de zin van de margeregeling indien de ondernemer meer dan incidenteel een gebruikt goed verkoopt. De stelling van de inspecteur komt niet overeen met doel en strekking van de margeregeling, namelijk het voorkomen van belastingcumulatie en de met die cumulatie gepaard gaande uitschakeling van de normale handelskanalen. Belanghebbende mocht de margeregeling toepassen. De naheffingsaanslag dient te worden vernietigd omdat het jacht met verlies is verkocht, de winstmarge derhalve nul is en daarom geen omzetbelasting verschuldigd is.
(Beroep gegrond.)
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 3304 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht |
Volume | 2021 |
Issue number | 40 |
Publication status | Published - 7 Oct 2021 |
Court cases
Court | Rechtbank Zeeland-West Brabant |
---|---|
Date of judgement | 3/08/21 |
ECLI ID | ECLI:NL:RBZWB:2021:3979 |
Research programs
- SAI 2007-05 FA