Na compromis over de WOZ-waarde resteert slechts een geschil over de uitbetaling van de proceskostenvergoeding op de bankrekening van de gemachtigde. Rechtbank was niet gehouden de zaak zonder zitting af te doen of een lagere wegingsfactor toe te passen.

Research output: Contribution to journalCase noteProfessional

Abstract

De frustratie van de heffingsambtenaar druipt hier van het papier. In beroep heeft hij een compromis bereikt met belanghebbende – denkt hij –, maar de gemachtigde weigert het beroep in te trekken omdat de heffingsambtenaar de proceskosten niet op zijn rekening wil overmaken. Omdat de rechtbank op verzoek van de gemachtigde een zitting houdt, ziet de heffingsambtenaar de procespunten oplopen. Hij gaat in hoger beroep en voert aan dat de rechtbank de zaak had moeten afdoen zonder zitting, omdat de rechter gezien de jurisprudentie niet gehouden is een oordeel te geven over de wijze van uitbetaling van de proceskosten. Bovendien vindt hij dat de rechtbank een te hoge wegingsfactor heeft gehanteerd. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.
Original languageDutch
Article number268
JournalBelastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen
Volume2021
Issue number14
Publication statusPublished - 2021

Court cases

Title20/00563
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Date of judgement4/05/21
ECLI IDECLI:NL:GHARL:2021:4244

Research programs

  • SAI 2007-05 FA

Cite this