Over de rechtspositie van de burger bij de toepassing van maatwerk: een kwalitatief empirische studie van de Wmo 2015

Eline Linthorst, Lieke Oldenhof*

*Corresponding author for this work

Research output: Contribution to journalArticleAcademic

12 Downloads (Pure)

Abstract

De noodzaak om de rechtspositie en rechtsbescherming van burgers tegen overheidshandelen
te verbeteren, is opnieuw onder de aandacht gebracht door de
scherpe recente conclusies van de Staatscommissie Rechtsstaat. Hoewel de rechtsstaat
burgers moet beschermen tegen machtsmisbruik door de overheid, constateert
de Staatscommissie Rechtsstaat dat de rechtspositie van burgers onder druk
staat. De staatscommissie concludeert dat het voor kwetsbare personen met een
beperkt doenvermogen verre van vanzelfsprekend is om hun rechten te realiseren.
Het verkrijgen van hulp zou voornamelijk afhangen van het vermogen om voor
zichzelf op te komen.1 Deze aandacht voor het beperkte doenvermogen van burgers
is bepaald niet nieuw en heeft sinds het invloedrijke WRR-rapport,2 maar zeker
na de toeslagenaffaire, een vaste plek in het publieke debat verworven. Een
gebrek aan de praktische vaardigheden die nodig zijn om rechten en plichten in
contact met de overheid na te komen, kan de toegang tot voorzieningen, juridische
procedures en daarmee het recht belemmeren. Deze conclusies gelden in het bijzonder
voor het sociaal domein, waarin sprake is van een van de overheid afhankelijke,
kwetsbare doelgroep met een beperkt doenvermogen, zoals blijkt uit eerder
onderzoek van de Nationale Ombudsman3 en het College voor de Rechten van de
Mens.4
Original languageDutch
Article number8
Pages (from-to)14-38
JournalHandicap & Recht
Volume1
Issue number8
DOIs
Publication statusPublished - 1 Dec 2024

Cite this