Abstract
De financiering en organisatie van langdurige zorg leiden in Nederland en in
andere ontwikkelde landen tot veel discussie. Veel aandacht gaat uit naar langer
thuis wonen, de financiering van alternatieve woonvormen voor ouderen en de
betaalbaarheid van zorg. In Nederland kunnen mensen die recht hebben op publiek
gefinancierde verpleeghuiszorg kiezen voor: (i) zorg in een reguliere instelling, (ii) een
persoonsgebonden budget (pgb) waarmee ze zelf zorg kunnen inkopen, (iii) een
volledig pakket thuis (vpt) of (iv) een modulair pakket thuis (mpt) – zorg in natura
maar dan thuis). De laatste drie alternatieven bieden ruimte voor topping up: de
ontvanger kan bijbetalen voor meer comfort of meer begeleiding. Via een pgb, mpt
of vpt kunnen ontvangers publieke middelen gebruiken om (een deel van) de zorg
in een particulier woonzorgcentrum te betalen; zelf betalen ze dan bijvoorbeeld voor
de huur van het appartement. Op die manier biedt de wet mogelijkheden om als
individu invloed uit te oefenen op onder andere woonomgeving en kwaliteit van
zorg. Er is weinig informatie over wie van deze regelingen gebruik maakt en waarvoor
ze worden gebruikt.
Wij brengen met administratieve data in kaart welke informatie over het gebruik
van vpt, mpt en pgb beschikbaar is en gaan in op voor- en nadelen ervan. In 2017
gebruikte meer dan 50 procent van de vpt-houders en 20 procent van de pgbhouders het geld voor een verblijf in een private instelling in plaats van thuis; dat zijn
ongeveer vijfduizend ouderen. Er zijn ook steeds meer bedden in particuliere verpleeghuizen. Met name ouderen met een hoog inkomen en een indicatie voor relatief
lichte verpleeghuiszorg kiezen vaak voor een pgb, vpt of mpt. Samen met andere
recente ontwikkelingen leiden deze regelingen – vooral voor ouderen met een hoog
inkomen – tot een toename in de kansen en ervaren vrijheid om zorg te ontvangen
in een zelfgekozen setting; de keuzeopties zijn in de praktijk niet voor iedereen even
groot. Dit verschil in kansen roept de vraag op hoe alternatieve woonvormen voor
ouderen met een laag inkomen op passende wijze gefinancierd kunnen worden.
andere ontwikkelde landen tot veel discussie. Veel aandacht gaat uit naar langer
thuis wonen, de financiering van alternatieve woonvormen voor ouderen en de
betaalbaarheid van zorg. In Nederland kunnen mensen die recht hebben op publiek
gefinancierde verpleeghuiszorg kiezen voor: (i) zorg in een reguliere instelling, (ii) een
persoonsgebonden budget (pgb) waarmee ze zelf zorg kunnen inkopen, (iii) een
volledig pakket thuis (vpt) of (iv) een modulair pakket thuis (mpt) – zorg in natura
maar dan thuis). De laatste drie alternatieven bieden ruimte voor topping up: de
ontvanger kan bijbetalen voor meer comfort of meer begeleiding. Via een pgb, mpt
of vpt kunnen ontvangers publieke middelen gebruiken om (een deel van) de zorg
in een particulier woonzorgcentrum te betalen; zelf betalen ze dan bijvoorbeeld voor
de huur van het appartement. Op die manier biedt de wet mogelijkheden om als
individu invloed uit te oefenen op onder andere woonomgeving en kwaliteit van
zorg. Er is weinig informatie over wie van deze regelingen gebruik maakt en waarvoor
ze worden gebruikt.
Wij brengen met administratieve data in kaart welke informatie over het gebruik
van vpt, mpt en pgb beschikbaar is en gaan in op voor- en nadelen ervan. In 2017
gebruikte meer dan 50 procent van de vpt-houders en 20 procent van de pgbhouders het geld voor een verblijf in een private instelling in plaats van thuis; dat zijn
ongeveer vijfduizend ouderen. Er zijn ook steeds meer bedden in particuliere verpleeghuizen. Met name ouderen met een hoog inkomen en een indicatie voor relatief
lichte verpleeghuiszorg kiezen vaak voor een pgb, vpt of mpt. Samen met andere
recente ontwikkelingen leiden deze regelingen – vooral voor ouderen met een hoog
inkomen – tot een toename in de kansen en ervaren vrijheid om zorg te ontvangen
in een zelfgekozen setting; de keuzeopties zijn in de praktijk niet voor iedereen even
groot. Dit verschil in kansen roept de vraag op hoe alternatieve woonvormen voor
ouderen met een laag inkomen op passende wijze gefinancierd kunnen worden.
Original language | Dutch |
---|---|
Publisher | Netspar (Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement) |
Edition | Netspar Design Paper 143 |
Publication status | Published - May 2020 |