Abstract
Bij de meeste maatschappelijke uitdagingen waar lokale overheden zich voor geplaatst zien, spelen gedrag en gedragsbeïnvloeding een cruciale rol. Wil je als gemeente het zwerfvuil verminderen, de verkeersveiligheid in schoolomgevingen verhogen of mensen motiveren om de coronaregels te volgen, telkens zal je rekening moeten houden met het bewuste én het onbewuste keuzegedrag van burgers. Naast het arsenaal traditionele beleidsinstrumenten zoals regels, subsidies of communicatiecampagnes duiken plots nieuwe werktuigen op in de toolbox van lokale beleidsmakers. Zo maken overheden steeds meer gebruik van gedragswetenschappelijke inzichten in het beleidsproces, met nudging als het meest uitgesproken voorbeeld. Deze gedragswetenschappelijke omslag in beleid, beter bekend als de ‘behavioural turn’, manifesteert zich in de eerste plaats op het nationale en regionale bestuursniveau. Toch lijken nudges en soortgelijke gedragsgeïnformeerde interventies, die zo sterk focussen op het herinrichten van de directe leefomgevingen van burgers, juist bijzonder bruikbaar als lokaal beleidsinstrument. In deze bijdrage onderzoeken we dit potentieel en bieden we een antwoord op drie vragen. Wat is nudging? Welke meerwaarde kan nudging bieden voor lokale besturen? En hoe staan lokale beleidsmakers, en meer specifiek de Vlaamse (adjunct-) algemeen directeurs, tegenover dit onconventionele, innovatieve beleidsinstrument?
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 6-17 |
Journal | Impuls. Inspiratiebron voor gemeentemanagers |
Publication status | Published - Jun 2021 |