Het pensioenreglement van het verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfonds PMT bevat een recht op indexatie (toeslagverlening) van maximaal de loonindex voor nog niet ingegane ouderdomspensioenaanspraken en maximaal de prijsindex voor andere aanspraken en pensioenuitkeringen. De toeslagverlening bij PMT is voorwaardelijk. PMT heeft in de periode 2008-2021 de pensioenen van pensioengerechtigden, actieve en gewezen deelnemers niet verhoogd. Een aantal voormalig, en inmiddels gepensioneerde, (verplichte) deelnemers in PMT meent dat PMT daardoor in strijd handelt met het Unierecht. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep zijn de daarop gebaseerde vorderingen afgewezen. Er is geen Unievoorschrift dat een minimum voorschrijft voor de hoogte van het pensioen, en ook niet voor een eventueel recht op indexatie van opgebouwde pensioenaanspraken. Ook blijkt niet dat de nationale regeling Unierecht omzet of anderszins bij dit recht aanknoopt. Daarmee ontbreekt connexiteit en kan het gerechtshof niet toetsen aan het eigendomsrecht van artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Ten overvloede motiveert het hof dat ook bij toetsing aan het Handvest de vorderingen zouden moeten worden afgewezen. Het hof ziet geen aanleiding tot het stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ EU.
Original language | Dutch |
---|
Article number | PJ 2024/18 |
---|
Number of pages | 14 |
---|
Journal | Pensioen Jurisprudentie |
---|
Volume | 2024 |
---|
Issue number | 1 |
---|
Publication status | Published - 2024 |
---|
Court | Gerechtshof Den Haag |
---|
Date of judgement | 28/11/23 |
---|
ECLI ID | ECLI:NL:GHDHA:2023:2301 |
---|