Zijn wij een land van doen alsof? Nederland en de omzetting van Europese richtlijnen

Meer dan dertig jaar geleden schreven Maas en Bentvelsen in het tijdschrift Bestuurswetenschappen dat Nederland een serieus probleem heeft met het tijdig omzetten van Europese richtlijnen. Op basis van een grootschalig kwantitatief onderzoek laten wij zien dat Nederland nog steeds een omzettingstekort heeft. Daarbij richten wij ons op richtlijnen op het terrein van sociaal beleid, voedselveiligheid, transport en de regulering van nutsdiensten. In vergelijking met de andere landen in ons onderzoek doet Nederland het relatief goed, waarbij die prestatie bovendien in de loop van de tijd is verbeterd. Maar er zijn wel grote verschillen tussen de onderzochte beleidssectoren. Wanneer rekening wordt gehouden met andere belangrijke verklarende factoren, zoals de keuze van het wetgevingsinstrument en de beschikbare omzettingstijd, blijkt dat sommige sectoren sterk achterblijven op anderen. Die sectorale verschillen zij voor een deel het gevolg van de aanpak in Brussel (bijvoorbeeld voedselveiligheid als relatief goed lopende sector) en de wijze waarop beleidsprocessen nationaal zijn georganiseerd (bijvoorbeeld telecommunicatie en zeevervoer als relatieve achterblijvers in Nederland). Dat levert nieuwe vragen op naar de aanpak van Europees beleid door de Nederlandse vakministeries.